Ik kijk naar buiten, de bladeren vallen van de bomen. Het teken van een nieuw seizoen. Ineens zie ik iets bewegen. Het schiet hoog en snel de boom in. Een kleine eekhoorn springt van stam naar tak. Mijn ogen volgen de eekhoorn. Even neemt hij een seconde pauze en waagt dan de sprong. Snel vervolgt hij zijn weg over een lange schutting. De staart fier en triomfantelijk in de lucht. Het zoekt zijn weg…. zijn eigen weg. Even ben ik daar buiten…
Weg…over landschap en omgeving in een verhaal
Achterin de tuin verlaat hij de poort. De zwarte boodschappentas houdt hij strak vast onder zijn arm. Hij kijkt vluchtig om zich heen. De immense ruimte maakt hem klein, de felle zon prikt aan zijn ogen. Waar naartoe? In de verte de landtong met de rode vuurtoren. Voor hem het uitgestrekte groene gras. Nee naar het rotspad. Hij vertrapt het riet op het bonzen van zijn hart. Hobbelt nog een stukje naar beneden. Sneller. Sneller.